Het begon al bij mijn kindertijd, en liet mij nooit meer los. Eerst de leesmicrobe. Al snel kwam die van schrijven erbij. Verhalen boeien mij mateloos, ik ben van nature een dromer. Het verwondert dus niet dat ik mij uren kan verliezen in een boeiend boek, afgesloten van wat zich rondom mij afspeelt. Met schrijven is het precies zo. Ik kan volledig opgaan in een verhaal, als ben ik echt in het tafereel in mijn hoofd aanwezig.
Mijn eerste verhaaltjes begon ik te lezen in de derde kleuterklas. Voor mijn tiende verjaardag kreeg ik van mijn opa mijn eerste klassieker, een vroeg exemplaar van De Witte van Zichem. Terwijl mijn oma aan het koken was, zat ik bij haar in de keuken en las ik haar al lachend de leukste passages voor. Of ik zat met mijn boek bij mijn opa in zijn bureau, terwijl hij gedichten schreef. Het is ook samen met hem dat ik rond die periode mijn eerste verhalen en gedichten schreef. Zo schreven we op een regenachtige zondagmiddag samen een verhaal over Jan Soldaat, waarbij we elke zin afsloten met een woord dat eindigde op -ier. Met een tas gezellige warme chocomelk bij.
Naast de fantasiewereld van verhalen en gedichten, is schrijven ook functioneel onmisbaar. Op het werk zie je mij niet zonder mijn schriftje en balpen. Volg ik een opleiding, zit ik van bij het begin klaar om de belangrijkste zaken te noteren. Geregeld schrijf ik briefjes en kaartjes voor mijn lief en kinderen. En ja, ik beken, ik ben ook een lijstjesmens. Boodschappenlijstjes, to-dolijstjes, ‘ik ga op reis en ik neem mee’-lijstjes… Ik schrijf ze allemaal. De boodschappenlijst zelfs in volgorde van de winkel (ik schaam mij niet). Mijn agenda hou ik zowel digitaal bij als heerlijk uitgeschreven analoog aan de deur van de koelkast. Als ik iets opschrijf, zit het gewoon beter in mijn hoofd. Op die manier is schrijven zelfs multifunctioneel: je stopt dingen in je hoofd door het te noteren, het laat je reizen in je hoofd én je maakt ruimte in je hoofd door zaken neer te schrijven.
Waarom ik jullie dit vertel? Als ik aan mensen zeg dat ik graag en vaak schrijf, krijg ik geregeld de reactie: ‘ik kan geloven dat het jou helpt.’ Ja, schrijven kan therapeutisch werken. Die rol heeft schrijven ook even voor mij vervuld. Tegelijk is het zo veel meer. Zoals sommigen houden van sporten, schilderen, fotograferen, pottenbakken, muziek maken, gamen… Zo hou ik van schrijven en van boeken. Het is een passie, het geeft mij energie, ik kan er mijn creativiteit in kwijt. Een hobby als een ander.
Zoals alles groeit als je het voldoende aandacht geeft, zo ook met mijn inspiratie om te schrijven. In die mate zelfs dat deze column ontstond op een ochtend, in de auto, op weg naar het werk. Hij begon zichzelf te schrijven in mijn hoofd. Om de zinnen niet te verliezen, besloot ik ze in te spreken in de dictafoon op mijn GSM. Laat duidelijk zijn dat ik beter schrijf dan spreek.
Mijn lief kan dat beamen. Wanneer we een discussie hebben, kan ik (ik besef het …) doorbomen over mijn kijk op de situatie. Om dan even later, nadat alles nog wat bleef doormalen in mijn hoofd, mijn kijk echt helder geformuleerd in een bericht te typen, een bericht waarin hij een paar minuten kan scrollen eer hij het heeft gelezen. Sorry lief, ook al ben ik nu soms spreker voor Fonkel, ik blijf in wezen een schrijver. Een doodgewone, doorwinterde, gepassioneerde schrijver, van bijzondere verhalen.

Reactie plaatsen
Reacties
Je maakt ruimte in je hoofd, door zaken neer te schrijven. Zalig hoe mooi dat je dit kon ver-zinnen.
Je bent misschien doodgewoon, maar teven zo ZINvol